- Kies de richting van de boog in de opties werkbalk.
- Stel met de muis het midden van de cirkelboog in of voer een coördinaat
in de opdrachtregel in.
- Definieer de radius door op een punt op de cirkelboog te klikken of door
in de opdrachtregel een -coördinaat in te voeren. U kunt ook de straal in de
opdrachtregel invoeren.
- Stel de starthoek in met de muis of door een coördinaat of de -hoek in de
opdrachtregel in te voeren.
- Stel de eindhoek op dezelfde manier in als de beginhoek.