1. Bepaal de eerste hoek punt van de rechthoek.
  2. Bepaal de tweede hoek punt van de rechthoek. Als alternatief kunt u de relatieve coördinaat van de tweede hoek punt in de opdrachtregel invoeren. Om bijvoorbeeld een rechthoek met breedte 50 en hoogte 25 te maken, voert u de relatieve coördinaat van de tweede hoek als volgt in:
    @50,25